De verborgen deur. Ondergrondse gangen.

Blij verrast roept James Hunter zijn broer John, “Het betreft een uitnodiging, uit een oud engels kasteel!” zegt hij. De detective neemt een paar juist aangekomen brieven door en belooft, na zijn reis, de opdrachten uit te voeren. Het moet gezegd, dat James Hunter zeer bekend is. Vandaar het schrijven met het wapenschild van de kasteelheer. James en John pakken het nodige in en vertrokken met hun wagen. Zij genieten van de schilderachtige natuur en ook van de burcht, die van ver reeds zichtbaar is. “Het betreft geen uitnodiging voor een receptie” zegt James tegen John, “Daar zit iets meer achter.” “Misschien een spookkasteel, zoals er veel in Engeland zijn” antwoordt John geheimzinnig. Zij zijn reeds dicht het kasteel genaderd en ontmoeten twee bedienden, die hun opwachten. Zij moeten de uitnodiging van de detective tonen, deze geldt ook voor John zijn broer. “Willen jullie ons volgen” zegt de eerste en de tweede neemt de twee koffers van de andere. Op het burchtplein aangekomen, wijzen de mannen hun kamers. “Op de eerste gongslag, staan wij gereed om jullie naar de ridderzaal te leiden. Op de tweede slag, brengen wij u naar de eetzaal” zeggen zij zeer vormelijk, “Avondkledij gewenst. “James en John zijn overweldigd door de luxe en de praal van het kasteel. “Wij zijn gewend aan discipline” zegt James stil tegen John. De hertog en de hertogin wachten hun op. Minzaam worden ze naar hun plaats geleid.
“Dit is geen gewone opdracht” verduidelijkt de kasteelheer. “Mijn overgrootvader, grootvader en vader hebben altijd gesproken over een geheime deur, maar niemand heeft ze ooit gevonden. “Morgen begint het onderzoek” klinkt het ijverig. Alles wordt doorzocht. Er zijn soms knoppen achter of op een schilderij, die toegang verlenen naar een ondergrondse gang om te kunnen te ontsnappen weet men. “We willen even ophouden” beveelt hij en hij nodigt het ganse dorp om op een groot weiland een hapje en een drankje te kunnen gebruiken. Er zijn spelletjes voor de kinderen, men mag iets ruilen. Een jongen heeft een boek bij en een meisje schenkt hem een grote sappige peer. Doch in de pret van het spel struikelen ze en vallen in het gras. “Oh wat is dit gras zo hard” zegt het meisje, “Inderdaad” antwoordt hij. De kinderen zijn nieuwsgierig en rukken al het gras uit. Daar ontdekken ze een zeer grote steen. “We hebben iets gezien, roepen de hertog en de hertogin. Zeer verbaasd wordt een landbouwer geroepen. Hij moet de aarde rond de steen losmaken… Dit is het einde van een ondergrondse gang zien ze. Voorzichtig gaan ze er door met hofdienaars, die voor een lantaren gezorgd hebben. Een man heeft een grote hamer bij. Hij klopt op een deur en komt in de bibliotheek terecht langs een dubbele muur. De kasteelheer en zijn vrouw besluiten, dat iedereen een dag verlof krijgt, samen met één goudstuk. De detective wordt met John rijkelijk beloond. De twee kinderen die, de steen gevonden hebben, krijgen een pak boeken en een mandje peren. “Willen we weer ruilen?” zeggen ze vrolijk. Hun antwoord is “Ja” !!!…

Een reactie plaatsen

You must be ingelogd to post a comment.