Geliefden bij het meer

Ik zag… de zonsondergang. – Dit was een moment opname. – Ik zag… geliefden bij het meer. – Dit was een moment opname. – Ik zag… hun handen verstrengeld. – Dit was een moment opname. – Ik zag… na jaren, hun haar met zilverdraad geweven, en ogen, die bleven stralen. – Dit was een film, van levenslange verbondenheid. –

Pasen

Wie nacht en duisternis kent, wordt beter door het morgenrood verwend. En ziet hoe de nacht verzwindt… daar niets hem met de nieuwe dag verbindt. En leert… hoe nevel door stralenbundels wordt doorbroken en verteerd… En heeft verstaan, dat alleen dit herleeft… wat door de nacht van pijn en dood is gegaan.   ~ Aan Walter Toch, Kungfuleraar ~

WITTE DONDERDAG. Getsemane.

Reeds heeft het kwaad zich verspreid, in een tuin met olijven. De natuur ervaart in haar adem, hoe de aarde trilt. Als stille getuigen, van het verraad met dertig zilverlingen, bidt Hij vol afschuw, krijgt een judaskus en bomen staan als roerloze wachters, terwijl Zijn ziel rilt. – Het was koud die nacht. – Mt.26, 36-46

Het lied der bergen

– Ik hoor het lied der bergen – In het klateren van de stroom, de gierende wind, het ruisen van bomen, beneden in het dal. – Ik ken het lied der bergen – Wanneer de echo weerklinkt van een jonge zanger, een vonk met hoge en lage tonen. – Ik luister naar het lied der bergen – Met flarden van …

Sneeuwvlokjes… sneeuwvlokjes…

Sneeuwvlokjes… sneeuwvlokjes… vallen uit de lucht… Sneeuwvlokjes… sneeuwvlokjes… als een witte vlucht… Sneeuwvlokjes… sneeuwvlokjes… maken geen gerucht…

Regendropjes

Regendropjes… regendropjes… pletsen op de grond… Regendropjes… regendropjes… spatten in het rond… Regendropjes… regendropjes… vang ik met mijn mond…

Heer

Laat onze dromen voor het komende jaar niet als een strovuur opflakkeren, om even snel in smeulend as te vergaan… Doch maak met Uw genade, onze idealen waar. Wil ze bestendig als het haardvuur aanwakkeren, waarrond we met U, biddend en verenigd staan.

Zee

Eindeloos was de zee met deinende golven. Een spel van schuim en grillige kolken. Water en wind, een parel in een schelp, maakten me gelukkig als een kind.

Appelbloesems

Puur en vlekkeloos zijn de appelbloesems, glanzend, bloeiend, deinend langs de rand. Talrijk, zijn de bloemen met takken, weerspiegelend aan de waterkant. Prachtig is de lente! Ja, ik hou van zon en water, van elke boom en plant.

Licht, vuur, liefde en ruah

Wie houdt niet van licht?… Wie koestert niet het vuur?… Wie zoekt niet de liefde?.. Doch mijd oogverblindend licht. Verlaat het verzengende vuur. Adem in het licht, de laaiende gloed van geestdrift. Hij die verrezen is schenkt u Zijn Geest.